De laatste drie jaren zit ik regelmatig met Ruud alleen, maar ook met zijn broer Edwin in de Alumacraft te dropshotten in de avonduren op de familie snoekbaars.
Vele honderden (870 stuks) felle rakkers, met soms een uithoudingsvermogen van een stoomlocomotief, kregen we aan de dropshothaken en genoten we van onze hobby.
Gemiddeld vangen we tussen de 25 en 45 snoekbaarzen per sessie, maar er zitten sessies bij van over de 50 stuks per avond en zelfs 59, 75 en 82 tomeloze energievolle beulen die vooral in de avonden in de maanden november en december zijn gevangen.
Natuurlijk halen een flink aantal schurken de 55 cm niet, maar 60ers, 70ers en 80ers en zelfs 90ers mochten we verwelkomen in de boot.
En als er iets spannend is in de schemer van een paar lampen op de oever, dan is het wel een aanbeet van een kneiter van een snoekbaars waarbij je dropshothengel een tijdje krommer dan krom blijft staan en de slip van je molen of reel overuren maakt om de geweldenaar van dienst te zijn.
Een lichte angstgevoel maakt van je meester als je de tanden van de struikrover over de Fluorocarbon onderlijn voelt schrapen, want dan weet je dat de shad diep is genomen.
Maar dan komt de woesteling in het licht van je hoofdlamp en je maat staat al klaar om de rover te scheppen en dan is de spanning voorbij en kan je opgelucht adem halen.
In de avonduren verliezen de meeste rovers hun eigen veiligheid uit het oog en hebben alleen maar oog voor alles wat beweegt en op voedsel lijkt voor hun lege magen.
In de koudere maanden van het jaar en zeker voor de aankomende winter, is het tijd om veel te jagen op voedsel om vet te kweken om de winter door te komen.
Die aanbeten zijn dan ook keihard of ze zich niet kunnen veroorloven om een prooi te missen.
Vaak zit de shad, want we dropshotten veel met shads, tot achter in de keel en moet steevast de onthaaktang worden gebruikt om de haak met shad te lossen.
Het is ook heel opvallend dat niet alleen de aanbeten zeer fel zijn, maar ook het gevecht om los te komen van de haak een ware strijd is in de avonduren.
Het gevecht gaat gewoon in de boot door als de wildeman al in het schepnet ligt of uit het water is getild en soms zit de hoofdlijn en de onderlijn door de worsteling in de knoop en is nauwelijks te ontwarren.
Vaker dan gewoon wordt de bek stijf dicht gehouden en de beide kieuwbogen wijd uitgespreid en het sterke lichaam in een soort kromme spanning gehouden, waardoor het lijkt of de snoekbaars zich wil verzetten tegen een grotere predator om opgepeuzeld te worden.
De grote ogen weerspiegelen het licht van de hoofdlampjes als twee grote spiegels en als je niet beter wist, dan zou je een spoor van angst in die ogen kunnen ontdekken, bang dat het einde van hun wrede leven is genaderd.
Niet elke schavuit slikt en zuigt de shad in een keer naar binnen, maar kauwt met zijn sterke gebit de shad soms tot pulp.
Sommige shads van een zachte soort siliconen eindigen dan ook voortijdig hun frivole leven en zijn zwaar beschadigd en vaak hangen de vellen er bij, maar ze hebben hun nut bewezen om vis te verleiden tot een aanbeet.
Maandagochtend en een deel van de middag zijn Ruud en ik nog op de dag aan het dropshotten geweest en we wisten in deze uren toch nog 42 snoekbaarzen en weer een bot aan de dropshothaken te krijgen.
Voorwaar weer een mooi resultaat.
|